Starterslening

De hypotheekregels zijn tegenwoordig veel strenger dan voorheen. Veel starters merken dat: ze kunnen niet veel lenen áls ze al in aanmerking komen voor een hypotheek. Toch zijn er ook nu nog steeds mogelijkheden om de financiering rond te krijgen.

Wat is de starterslening?

U wilt voor het eerst een huis kopen, maar de hypotheek waarvoor u in aanmerking komt bij de bank is onvoldoende. Dan kunt u soms bij de gemeente of de provincie een extra lening krijgen boven op uw hypotheek. Dit is de Starterslening.

Hoe werkt het?
U sluit voor de aanschaf van uw eerste woning twee hypotheken af: de eerste hypotheek bij een geldverstrekker en de tweede – de Starterslening – via de gemeente of de provincie bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). De Starterslening is dus altijd een aanvulling op uw normale hypotheek. De Starterslening heeft net als uw eerste hypotheek een looptijd van 30 jaar.

Hoeveel kunt u lenen?
De hoogte van de Starterslening hangt af van uw inkomen en uw eigen vermogen. Bovendien bepaalt uw gemeente of provincie hoe hoog de maximale lening is en wat de maximale aankoopprijs van uw woning mag zijn.

Rente en aflossing betalen
U begint pas na 3 jaar met het betalen van rente en aflossing van de Starterslening. De eerste periode betaalt u dus niets. De rente wordt voor 15 jaar vastgezet, waardoor de woonlasten in deze periode stabiel blijven. De hypotheekrente mag u aftrekken van de belasting. Ook mag u altijd boetevrij aflossen.

Voor wie?
Uw gemeente of provincie bepaalt wie er voor de Starterslening in aanmerking komen. Zo kan de lening bestemd zijn voor een afgebakende doelgroep of een specifieke wijk of project. U krijgt bovendien alleen een Starterlening als u kredietwaardig bent. De gemeente of provincie vraagt daarom naar uw financiële gegevens.
Doet ook uw gemeente mee aan de Starterslening?

Startershypotheek

Veel geldverstrekkers bieden speciale hypotheken aan voor starters. Zij kijken dan niet alleen naar uw salaris en vermogen, maar ook naar uw carrièreperspectief. De hypotheeknormen kunnen bij goede vooruitzichten wat soepeler gehanteerd worden.
Een startershypotheek kan ook gekoppeld worden aan een garantstelling van de ouders.

Garantstelling ouders

Ouders, schoonouders of grootouders kunnen garant staan voor uw hypotheek. Zij worden dan medeschuldenaar over de hypothecaire lening. U kunt dan een bepaalde hypotheek krijgen, wat zonder de garantstelling niet was gelukt. Uw ouders lopen wel een risico: als u de hypotheeklasten niet meer kunt betalen, worden zij daarvoor aangesproken.
Een geldverstrekker gaat pas akkoord met de garantstelling als de financiële positie van uw ouders in orde is. Daarnaast wordt ook naar uw toekomstperspectief gekeken, want uiteindelijk is het de bedoeling dat u zelf de hypotheeklasten kunt dragen zonder de garantstelling. Zodra dat het geval is, kan de garantstelling vervallen en zijn uw ouders niet langer medehypotheeknemer.